Orginele (MIJN)versie van Jack en de boneztaak.. barrabazz
Auteur
Bericht
~*~AngelWings~*~ AngelWings
Aantal berichten : 840 Leeftijd : 57 Hobby's : Digitale beeldbewerking, lezen, dichten en schrijven Humor : JAH! Angel Wings : 17908 Reputatie : 0 Registration date : 11-03-08
Onderwerp: Orginele (MIJN)versie van Jack en de boneztaak.. barrabazz 11/7/2011, 12:38
Orginele (MIJN)versie van Jack en de boneztaak.. barrabazz [ 28/1/2002 23:40 | Barrabazzz ] Jack en de bonestaak
Heel lang geleden..
Ik woonde samen met mijn vader en moeder aan de rand van een groot bos. We waren erg arm en ons oude huisje viel bijna uit elkaar. Gelukkig hielden klimop en een paar struiken de muren overeind. Vroeger dacht ik dat vader de hele dag hard werkte in het bos om een paar zuinige centen te verdienen. En dat moeder in het bos wat eetbare knollen zocht en konijnen strikte. Ze deden erg hun best om mij gelukkig te maken, dacht ik. Op een ochtend werd ik vroeger wakker dan gewoonlijk. Mijn moeder schudde me heen en weer en ik zag dat ze huilde. "Jongen", sprak ze, "je moet voor me naar de stad. Ik heb het zo lang mogelijk uitgesteld maar we moeten onze koe verkopen. We komen straks nog om van de honger. En ik moet ook nodig een nieuwe krultang." Ze begon nog harder te huilen en wat ze toen allemaal jammerde, had ik liever niet gehoord. "Zoals je weet, geeft je vader al z'n geld uit aan jenever en hoeren, zodat er voor ons niets overblijft om eten te kopen". Ik schrok me rot want ik wist hier niets van! "Ga nu maar gauw. Straks is dat drankorgel weer thuis en dan moet jij al halverwege zijn. Hij is houthakker en met die grote bijl in z'n handen vertrouw ik hem voor geen cent". Ik draaide me op m'n zij en prikte me aan een kromme spijker die uit het vermolmde hout van het bed stak. "Au". Toen wist ik zeker dat ik niet in een nare droom verzeild was geraakt. Ik ging. Een oude korst brood, die mijn proviand voor onderweg was, viel al na tien minuten uit het gat in m'n zak. De magere koe die naast me sjokte in de hete zon, trok steekvliegen aan en dat was dan weer een voordeel. Zo had ik toch nog iets te eten. Toen ik zo'n vijftien mijl had gelopen, had de koe geen zin meer. Ik kon haar met geen stok op gang krijgen. Ook kwam ik tot de conclusie dat de stad niet ten Noorden maar ten Zuiden van ons huisje lag. Ik was ten einde raad. En toen was daar die vreemdeling. Opeens, alsof hij uit het niets verscheen. Op de stoffige zandweg waar het steeds had geroken naar hooi en azijnrupsen, kwam er nu iets heel anders in mijn neus. De geur van ozon en bakeliet maakte me nerveus en de oosterling, zo kwam hij me voor althans, keek me ondertussen recht in de ogen. Hij droeg een vreemd zwart, net costuum en een keurige hoed. Zijn gelaat was van een bijzondere olijfgroene kleur en de ogen die daar in stonden vergeet ik nooit meer. Vriendelijk en dreigend. Hij knipperde er niet mee, maar soms flitste er een zwarte vlies voor, die even het hele oog bedekte, net zoals bij een hagedis. Hij bekeek de koe aandachtig en stak toen zijn hand naar me uit. "Ruilen?" vroeg hij. Eigenlijk was het geen vraag maar een bevel. Ik kon gewoon niets anders. Hij opende zijn hand, waar tot mijn schrik maar die vingers aanzaten. Er lagen drie bonen in, meer niet. Toch kon ik niet weigeren. "Oké'', zei ik automatisch. "Het zijn toverbonen," sprak de vreemdeling blikkerig. "Eigenlijk zijn het transgalactische zendertjes, maar dat snap je toch niet." M'n oren suisden "Stop ze in de grond en je problemen zijn voorbij." Ik kon alleen maar knikken en hyperventileren. Uiteindelijk perste ik de woorden, "wat ga je met de koe doen?" eruit. "Experimenteren en onderzoeken," galmde het in m'n oren. Toen verloor ik het bewustzijn. Het eerste dat ik rook was een doordringende dranklucht. Een knetterende stem bracht me verder bij bewustzijn. "Waar is het geld dat je voor die rotkoe hebt gekregen?" M'n vader spuugde mijn hele gezicht onder terwijl hij maar bleef doortieren. Toen ik hem had uitgelegd dat er geen geld was maar in plaats daarvoor drie bonen, werd hij pas echt goed kwaad. Ik belandde met een paar blauwe ogen en een gekneusde rib in de smerige koeiestal, naast m'n moeder die er niet veel beter aan toe was. Ik vertelde haar alles en natuurlijk was zij ook boos. Toch won de blijdschap het, want ik was een hele week weggeweest. "Een hele week?" vroeg ik verbaasd. "Ja, we dachten dat je dood was. Overvallen door struikrovers, voor je geld. Maar plotseling, toen we er al niet meer op rekenden, lag je voor de deur. Je hebt ook zo'n rare wond op je hoofd." Ik snapte het niet meer. Het had allemaal niet langer dan een dag geduurd volgens mij. De wond op m'n hoofd was gehecht met vreemde krammetjes die licht gaven in het donker en twee dagen later waren ze weg. Er was niet te zien dat er ooit een wond had gezeten. De bonen die ik bij het gevecht met m'n vader was verloren lagen vlak voor de stal. 'S nachts hadden ze een vreemd geluid gemaakt en een blauwe mist uitgestraald. We konden dat zien door een kier in de deur. Moeder huilde de hele avond. Samen, met de wolven in de verte. De volgende dag, en ook nog de nacht kwam mijn vader niet terug. We aten wat kuilgras uit de stal en dronken water uit de blikken emmer van de koe. Tegen de ochtend van de tweede nacht priemde zich scherpe lichtstraaltjes door de gaatjes en de kieren in de stalwand. Het was duidelijk afkomstig van een bijzonder sterke lichtbron. Ik maakte moeder zachtjes wakker. Ze schrok maar ze leek ook blij. Er gebeurde nu tenminste iets! Met een luide klik sprong de deur open en we baadden in het licht. Natuurlijk dachten we dat het vader was die ons vrij liet, maar we zagen niemand. Een heldere groenkleurige dunne lichtbundel scheen vanuit de hemel omlaag precies op de plek waar de bonen eergisteren waren gevallen. Hier rookte de aarde en kleine vonkjes sprongen op. Een vreemde geur kroop weer in mijn neus, net als bij de vreemdeling. Ozon en bakeliet. Sterk afgetekend en met sissende takjes van groen vuur kronkelde het licht omlaag. "Het lijkt wel een hele lange bonestaak," hijgde moeder ontdaan. "Helemaal tot in de wolken." Ik volgde de lichtzuil met m'n ogen omhoog en zag dat hij verdween in een dikke onweerswolk die raar rond het licht tolde. Het licht leek wel massief en ik wilde het aanraken. Moeder wilde me tegenhouden maar ze was te laat. Mijn hand raakte nauwelijks de groene knetterende slang of er gebeurde van alles. Ik kreeg het erg koud en tegelijkertijd zag ik de wereld onder mij kleiner en kleiner worden. Voordat ik het wist was ik de onweerswolk binnen gesleurd. Langs de vonkende bonestaak. Een luik ging open onderaan de wolk en ik kwam in een grote zaal met heel veel broers en zussen van de vreemdeling. Ze leken precies op elkaar en keken me aan met grote ogen. Flits, flits, zwarte vliezen glommen eng in het groene licht. Ik liep door, over een gele lijn naar een klein kamertje waar een machine stond met allerlei knoppen. Ook stonden er jaartallen op. Ik had leren lezen van moeder en voor het eerst zag ik daar het nut van in. Naast de machine stond een van de vreemdelingen aan een paar knoppen te draaien. 2002, Euro's, Dollars. "Terug," zei de man tegen zichzelf. 2000, 1900, 1800, 1400.. "Omhoog," mompelde hij nu. 1430.. "Ja, goed zo!" Hij rommelt nog wat en keek me aan. Flis, flits, "Munten of goud?" vroeg hij metalig. "Eh.. goud, stamelde ik." Hij trok aan een hendel en tien grote zakken floepte uit de voorste klep van het apparaat. "Meekomen," galmde het. In een schemerige ruimte ernaast moest ik een vingerafdruk maken op een vreemd glimmend plaatje en toen gingen we terug naar het luik. We namen het goud niet mee. Ik keek er naar en toen naar hem. Flits, iedere keer schrok ik er van. Vlak voordat ik bij de uitgang was kwam ik langs een helder verlichte ruimte. Ik keek er naar binnen en mijn bloed stolde.. Onze koe hing geveld en ontleed aan een aantal haken. Twee vrouwen in witte jassen sneden nu z'n oren eraf en deden die in potjes. Maar dat was nog niets met wat ik nog meer zag. Naast de koe, hing vader. Ondersteboven en voor het grootste deel zat hij ook al in potjes. Ik kon niet spreken en niet meer lopen. Ik keek ontredderd naar mijn begeleider. Flits, flits. Hij haalde een klein dingetje uit een van zijn jaszakken. Een soort bolletje van zwart glas. Hij hield het tegen de plek waar ik daarvoor gewond was geweest. Een harde klik hoorde ik en niets was nog erg. Vader hing daar. Nou en? Koeien zijn op de wereld om ontleed te worden. Niet dan? Ik stond bij het luik en raakte de lichtbundel die nog steeds de grond voor de stal deed roken. Ik kreeg het weer koud. En daar was moeder weer. Ze barstte alweer in tranen uit omdat ik voor de tweede keer levend terug kwam. Ik keek omhoog langs de bonestaak en zag nog wat bewegen in de wolk. Tien zakken goud stonden er nu bij ons op de grond. Je zag het niet komen, het stond er opeens. Floep, weg was het licht. Alsof er niets gebeurd was. Moeder was blij met het goud en verbaasd dat vader niet terugkwam. We lieten een mooi huisje bouwen op de plek van het oude krot. Er kwamen een paar nieuwe koeien en een haan met kippen. Precies waar de bonen hadden gelegen groeide rare paarse plantjes. Na een paar dagen waren ze verwelkt en borrelde er op dezelfde plaats water uit de grond. Ik heb er een mooie waterput gemaakt. Tot aan het einde van mijn leven heb ik in het huisje gewoond en altijd met veel plezier.
Vader kwam nooit terug ook al verwachtte moeder dat wel. Maar ondanks dat, leefde we lang en gelukkig.
EINDE
~*~AngelWings~*~ AngelWings
Aantal berichten : 840 Leeftijd : 57 Hobby's : Digitale beeldbewerking, lezen, dichten en schrijven Humor : JAH! Angel Wings : 17908 Reputatie : 0 Registration date : 11-03-08
Onderwerp: Re: Orginele (MIJN)versie van Jack en de boneztaak.. barrabazz 11/7/2011, 12:38
Re: Orginele (MIJN)versie van Jack en de boneztaak.. barrabazz [ 29/1/2002 23:09 | *Dia*Joa* ] MOOOOOOOOOOOOOOOOOOIE VERHAAL!!!!!
Bedankt!
Re: Orginele (MIJN)versie van Jack en de boneztaak.. barrabazz [ 22/5/2002 00:03 | Barrabazzz ] Zin in een nieuwe????????? Ja??
Re: Orginele (MIJN)versie van Jack en de boneztaak.. barrabazz [ 29/1/2002 23:10 | *Dia*Joa* ] In dit tragische en wonderbaarlijke verhaal moest ik trouwens wel erg lachen om de krultang!!!!
Re: Orginele (MIJN)versie van Jack en de boneztaak.. barrabazz [ 22/5/2002 00:04 | Barrabazzz ] Maar.. Wat of wie ben je tegenwoordig zonder zo'n ding?????
~*~AngelWings~*~ AngelWings
Aantal berichten : 840 Leeftijd : 57 Hobby's : Digitale beeldbewerking, lezen, dichten en schrijven Humor : JAH! Angel Wings : 17908 Reputatie : 0 Registration date : 11-03-08
Onderwerp: Re: Orginele (MIJN)versie van Jack en de boneztaak.. barrabazz 11/7/2011, 12:39
De grafheuvelheks [ 21/08/2002 0:49 | Barrabazzz ]
De Heks
Bijna de hele oostkant van de Veluwe is één een archeologisch eldorado. Het bosrijke gebied van Niersen tot aan Schaverden, is bedekt met vreemde kleine heuvels. Soms zijn ze een halve meter hoog, maar ik heb ze ook wel gezien van acht meter. Veel van die bulten zijn ongeveer vierduizend jaar geleden gemaakt door primitieve boeren die deze streek ooit bevolkten. "Grafheuvels," worden de minuscule bergen genoemd. Onder een kleine bult ligt meestal één lijk. Onder de grotere twee, of zelfs twintig. Veel van deze graven zijn in de veertiende eeuw vernield door schatgravers. Nabestaanden gaven ooit komplete wapenuitrustingen mee naar het hiernamaals. Toch bleven er, in de dichte bossen, veel heuvels onopgemerkt door de grafschenners. Dit deel van de Veluwe heet; "Kroondomeinen," omdat het zo'n beetje de enorm grote achtertuin van "Paleis het Loo" is. Koningin Wilhelmina had een meer dan gemiddelde belangstelling voor archeologie. Ze huurde de archeoloog J. H. Holwerda in om de mysterieuze begraafplaatsen te onderzoeken. Tussen 1906 en 1910 werd het hele koninklijke bos afgestruind. Men ging er steeds vanuit, dat àlle heuvels door Holwerda en Wilhelmina onderzocht en in kaart gebracht waren. Maar zelfs zij vergaten er een paar. En deze liggen er na zo'n 3800 jaar nog net zo bij als toen ze werden gemaakt tijdens een emotionele, rituele begrafenis. Natuurlijk is de vorm wel aangevreten door de tijd en door wind en water. Maar niet door mensenhanden. Zelfs niet door koninginnenhanden.
Toen ik zeven jaar geleden voor het eerst kennismaakte met de prachtige bossen en de geschiedenis van dit stuk Nederland, was ik zeer verrast. Waarschijnlijk heb ik toen hetzelfde gevoeld als de grootmoeder van onze koningin Beatrix. Vanaf dat moment heb ik dagen, nee, weken doorgebracht in dit oerbos. Je neus raakt haast overstuur door de mengelmoes van geuren. Rotte bladeren, frisse dennen en altijd en overal de muffe lucht van mycelium, de witte schimmeldraden die alles verteren en waaruit na een regenbui plotseling paddestoelen omhoog schieten. Heerlijke geuren, prachtige kleuren! Eén uur in deze wereld geeft meer voldoening dan een hele week televisie met de beste films.
Ik had er met mijn vrouw en onze twee kinderen heerlijke vakanties. Vaak wandelden we door de dichte donkere bossen en regelmatig werden we verrast door wilde zwijnen en herten. Een grote buizerd die opeens geschrokken naast je opvloog en z'n opengereten konijn met zich mee sleurde. Leuk, met z'n vieren. Maar dikwijls ging ik er ook alleen op uit. 's Morgens 5 uur sloop ik dan al van de camping af om in alle rust te kunnen genieten van de wereld zoals die zou moeten zijn volgens mij. Van de dieren en niet van de vernielzuchtige mens. Soms kon ik uren lopen zonder iemand tegen te komen. Aan de westkant van de Veluwe is het veel drukker. Zeker in de zomer. Als ik zeg niemand, dan reken ik de oude vrouw niet mee, die ik iedere keer tegenkwam op de kronkelige paadjes. Dan stond ze weer onder een grote beuk en later kwam ik haar weer tegen op de "celtic fields." Dit zijn de overblijfselen van zeer oude akkers. Eigenlijk zijn er alleen nog maar vanuit de lucht wat lijnen zichtbaar in het veld die duiden op vroegere cultivering. Steeds vaker zag ik haar rondscharrelen tussen bomen en struiken en langs de randen van de sprengen die soms als echte grillige riviertjes door het land kronkelden. Dat ze vroeger met de hand gegraven zijn kon je niet meer zien. Ik groette haar regelmatig maar ze leek me niet te zien. Ik was de eerste keer dat ik haar tegenkwam, geschrokken van de bijzonder trieste uitdrukking in haar ogen. Even voelde ik me bijna verplicht om te vragen wat er met haar aan de hand was. Maar ze waggelde al weer weg voordat ik de moed bijeen had geraapt. Ze bezat alle uiterlijke kenmerken van een heks. Inclusief kromme rug met beginnende bochel. En haar zwarte kat had ze thuis gelaten. In de eerste dagen van mijn vroege wandelingen vond ik het storend dat ik haar regelmatig tegenkwam. Ik vond het later niet meer vervelend, maar wel vreemd dat in zo'n enorm groot bos onze paden elkaar steeds kruisten. Nog later begon ze met te intrigeren. Vooral nadat ik haar ontdekte temidden van een grote groep reeën. Normaal schieten die ranke diertjes alle kanten uit als er iemand in de verte nadert. "Heks," heette ze gewoon voor mij. Zoals alle vakanties ging ook deze voorbij. Een jaar later was ik weer terug. We hadden een paar weken in de Oostenrijkse bergen doorgebracht en nu hadden we er ook nog twee tegoed in Nederland. Uiteraard zocht ik weer snel de oude paden en de geurende heide op. Verbazingwekkend, hoeveel er veranderd in een jaar tijd. Grote oude bomen waren omgewaaid. Ik ontdekte nieuwe paden en verdwaalde omdat er ook paden waren verdwenen. De zandverstuiving was weer een paar meter opgeschoven. En op sommige plaatsen bleek er een stuk bos te zijn weggekapt. Maar de droevige vrouw was er nog steeds. Ik kon het niet met zekerheid zeggen maar volgens mij droeg ze nog steeds de zelfde kleren als vorig jaar. Iedere dag zag ik haar in een zware bruine rok en een grijs vest. Ze droeg een soort gehaakt kapje op haar hoofd. Precies zo als ik me herinnerde. Weer groette ze me niet. En alles leek zich wel te herhalen: Het rondscharrelen in de bossen, op de celtic fields en verder overal waar zich grafheuvels bevonden. Toen zag ik eindelijk een bepaalde logica in haar handelen en doen. Altijd als ze duidelijk iets aan het doen was, wat het ook mocht zijn, dan deed ze dat in de directe nabijheid van een grafheuvel. Dit nam mijn nieuwsgierigheid niet weg. Integendeel! Dagen later toen ik weer eens "belachelijk" vroeg in het Kroondomein rond speurde naar wild, begon het te regenen. Ik vind het heerlijk om een flinke bui op mijn hoofd te krijgen. Maar deze duurde wel heel erg lang. Ik had geen droge draad meer aan mijn lijf toen ik besefte dat ik in de buurt was van het jachthutje van Wilhelmina. Dat is een hut van een soort riet en takken die om een boom is gebouwd. Uiteraard een replica van het origineel. Ik vond het schuilplaatsje al snel en met grote stappen die nat zand en modder alle kanten deden opspatten rende ik erheen. Ik weet nog dat ik lachte van plezier tijdens die sprint en ik weet ook nog dat ik extra hard in de plassen stampte. Ik stoof naar binnen en plofte in een keer op het bankje in de hut. En het volgende ogenblik merkte ik dat ik naast haar zat. De heks! Ze was ook gevlucht voor de regen. Ik groette haar voor de "vijfentwintigste keer en, eindelijk, ze knikte terug. De sombere blik in haar ogen leek weg te zijn. Er straalde zelfs een soort van tevredenheid uit. Ik kan het me verbeeld hebben maar volgens mij zag ik een vage glimlach om haar dode lippen. Ze kuchte droog en ze schoof onrustig heen en weer op het ongelakte bankje. Een bleke bliksemflits verlichtte even haar vermoeide gezicht en de rollende donderslag die er op volgde overstemde haar reutelende ademhaling. Als een angstig musje zat ze weggedoken in een hoek van het primitieve huisje. Het ging niet goed met haar, dat was duidelijk. Om dat te kunnen zien hoefde je geen dokter te zijn. Maar toch.. Ze zag er nu gelukkiger uit dan alle andere keren dat ik haar gezien had. Ik stelde me voor en ik vroeg haar of ik iets voor haar kon doen. "Je kunt niets voor me doen," fluisterde ze. "Ik ben in goede handen." Even leken haar oude ogen weer jong. Er fonkelde een flets sterretje in. "Wie bent u," vroeg ik haar. "Ik ben niemand. Ik heb geen naam," mompelde ze haast onhoorbaar. Het ruisen van de regen op het rieten dak en op het zand voor de ingang kon ze haast niet overstemmen. "Niemand weet nog wie ik ben. En als niemand je meer kent dan besta je niet. Dan heb je geen naam meer." "Wat doet u hier iedere dag?" vroeg ik vol verwachting. Eindelijk kwam ik het dan aan de weet. Als ze het wilde zeggen tenminste. Ze keek me aan op een manier die ik nooit eerder had gezien bij iemand. Ik voelde iets kriebelen in mijn hoofd, precies in het midden, in het centrum van mijn hersens. Ik wist zeker dat zij dat deed en ik vond het eng. Weer bliksemde het en meteen daar achter volgde de klap. Die was raak! Vlak in de buurt. "Het waren de stemmen", zei ze moeizaam. "Al meer dan tien jaar praten ze tegen me. Het zijn de mannen en de vrouwen. Maar ook vaak de kinderen." Toen werd ze stil. Een half uur luisterden we samen naar de regen en de donder. "Regen is goed," fluisterde ze plotseling weer. "Dan blijven de mensen weg uit het bos. Dan laten ze mijn vrienden met rust." "Maar u heeft toch geen vrienden?" vroeg ik haar verbaasd. "Al mijn vrienden zijn hier, om me heen," glimlachte ze vaag. Ze zakte langzaam onderuit, schrok ergens van en rechtte haar rug voor zover dat ging. Ik wilde haar helpen, haar even een steuntje bieden zodat ze beter zou kunnen gaan verzitten. Met een wapperend handgebaar wimpelde ze me af. "Niet nodig," kreunde ze zacht. "Mijn vrienden zijn nu eindelijk blij. Ik help ze al jaren en langzaam ging het beter met ze. Oh, wat waren ze onrustig en boos op de mensen. Waarom heeft iedereen hun rust verstoord? Alle grafheuvels zijn vernield en verpest! Door mensen. Ook door een Koningin zelfs. Kun je nagaan! Maar drie heuvels zijn ze vergeten. En niemand komt er meer aan want eindelijk worden ze beschermd. Ook door mensen. Maar ik denk wel dat het andere mensen zijn. Betere. Ik heb heel veel gesproken met m'n vrienden uit de drie heuvels. Ik moest jaren lang langs alle ander heuvels lopen en de namen noemen van iedereen die daar vroeger zijn begraven. Op het laatst wist iedereen weer in welk graf hij hoorde. De mensen hebben alles weggegraven en soms later weer terug gekieperd. Maar bijna nooit op het goede graf. Iedereen lag verkeerd en door de war! En iedereen was boos op de mensen. Ook op de Koningin." De "heks" was steeds harder gaan praten. Op het laatst klonk het zelfs krachtig. Ik hoorde alleen nog maar haar stem en het rommelen en de regen werd naar de achtergrond verplaatst. "Als ik dood ben wil ik niet begraven liggen tussen de mensen. Ze zijn mijn vrienden niet en ze scheppen je kist er na tien jaar weer uit. Dan doen ze met mij hetzelfde als met m'n vrienden. En wie helpt mij dan?" Een schamele traan rolde over haar wang en verdeelde zich in de vele rimpels. Weer luisterden we naar de regen. Weer rook ik mycelium. "Uw vrienden zijn alle lichamen die onder de grafheuvels liggen?" vroeg ik wat onbeholpen. "Niet de lichamen, maar hun geesten!" verbeterde ze me. "En nu zijn ze tevreden?" probeerde ik. "Ja, ze zijn weer rustig en blij. Ik ben nu ook rustig. Maar ze hebben me nu niet meer nodig. Daarvan word ik weer verdrietig. Wat moet ik?" Haar stem verzwakte hoorbaar. Ze kuchte weer maar deze keer klonk het alsof ze haar leven er mee uit blies. Met wazige ogen staarde ze naar buiten. Een trillende arm kwam omhoog en een knokige vinger wees een plek aan waarnaar ik blijkbaar moest kijken. Toen zag ik het. Een grote heuvel met een prachtige boom erop. "Is dat ..," begon ik. Ze knikte haast onmerkbaar. "Dat is er een van de drie..." Ik hield mijn oor vlak bij haar mond om de rest te horen van haar zin. Maar ik hoorde niets.. Helemaal niets. Ze had haar laatste adem uitgeblazen en ze was dood. Eigenlijk schrok ik er niet eens van. Het hield maar niet op met regenen en in de verte verdween het gerommel. Zeker een uur zat ik voor me uit te staren en na te denken over.. Ja, vooral over mensen en ook over Koninginnen. Toen stond ik op en haalde, een paar honderd meter verderop, een schop van een paal. Ze stonden daar jaar in jaar uit te wachten op iemand die een brand ging blussen. Ik pakte de mooiste en ging terug naar de hut die er nu nog veel armzaliger uit zag als daarvoor. Voorzichtig pakte ik het uitgeteerde lichaam van het bankje en hees het over mijn schouder. Met statige passen schreed ik naar de mooie berg met de imposante boom. Eerst schepte ik voorzichtig de bovenste laag gras en plantjes er af. En daarna maakte ik een mooie kuil. Ik legde haar erin en naast haar zette ik een halve fles 7UP en twee pakjes kauwgom. Ook gaf ik haar mijn zonnebril mee want ze zeggen dat er erg veel licht is in de hemel. Ik sloot het graf en bedekte het met de plantjes en het gras. "Zo, nu ben je weer bij je vrienden," mompelde ik binnensmonds. "Zie je wel dat je ze hebt."
Ik ging weer terug naar de camping. Het was wel mooi geweest voor vandaag.
Gesponsorde inhoud
Onderwerp: Re: Orginele (MIJN)versie van Jack en de boneztaak.. barrabazz
Orginele (MIJN)versie van Jack en de boneztaak.. barrabazz